Woldouby-stelling, 1911
Koeperman 1e stap












Koeperman in 'De eerste stap naar het wereldkampioenschap' , diagram 210: "De befaamde klassieke positie. Hij werd reeds 53 jaar bestudeerd toen de meester uit Kiev I. Kosminski zich erop wierp. Hij slaagde erin aan te tonen dat de positie remise is. Laten we zijn varianten eens bekijken." 1.34-29
[ Een boeiende verdediging is 1.25-20 De hoofdvariant van de winstvoering is 14x25 2.28-22 12-17 3.22x11 16x7 4.27x16 18-22 5.34-29 23x34 6.30x39 19-23 7.39-34 7-12 8.34-29 23x34 9.32-28 12-17 10.28-23 22-27 11.37-32 24-29! 12.32x12 29x7 met winst. ]
1...23x34 2.30x39 18-23 3.27-22!
[ Na 3.28-22 haalt zwart de remiseplakkers eruit via 24-30! alvorens toe te slaan met 23-28! ]
[ Na 3.39-34 13-18! moet wit zich aan een ware tantaluskwelling onderwerpen om uitzicht op remise te houden. De hoofdvariant van de analyse luidt: 4.25-20! ( Ook het stukoffer 4.28-22 23-28 5.22x13 28x30 6.25x34 19x8 7.27-22 12-17! 8.22x11 16x7 biedt geen uitweg.) 4...14x25 5.28-22 23-28 6.32x14 21x41 7.22x13 41-47! 8.35-30 24x35 9.14-10 47-41 10.10-4 41-14 11.33-29 26-31 12.38-33 31-36 13.4-15 36-41 14.33-28 14x37 15.13-9 37-31 16.9-4 31-36 17.29-23 41-46 18.23-18 12x23 19.15-33 en de strijd gaat voort zonder een duidelijke uitweg voor de witspeler. ]
3...12-17
[ Op de achterloop 3...12-18 redt wit zich als volgt: 4.39-34 18x27 5.34-30! 13-18 (5...27-31 6.33-29!) 6.28-22 23-28 7.32x12 27x7 8.33-28 24-29 9.38-33! 29x38 10.37-32! 38x27 11.30-24 19x30 12.35x24 en er is voor zwart geen houden aan. In een oogwenk heeft wit twee dammen. ]
4.22x11 16x7 5.28-22! Wit bevrijdt zijn centrum met een klein grapje. 7-12
[ Op 5...23-28 6.32x23 19x17 volgt nu 7.37-31 26x37 8.38-32 37x28 9.33x2+- ]
6.22-17! 12-18 7.32-28!! Dit is de verdedigingszet, die door Kosminski aangegeven werd.
[ De remisepoging 7.37-31 26x28 8.17x26 is uitgewerkt tot het eindspel met 23-29 9.33x22 18x27 10.39-34 29x40 11.35x44 19-23 12.38-32 27x38 13.26-21 38-42 14.21-17 42-47 15.17-11 47-29 16.11-7 24-30 17.25x34 29x49-+ ]
7...23x34 8.17-11 Ondanks drie stukken meer kan zwart niet meer winnen. Naast de losse centrumschijven is vooral het hangende stuk 21 een zwakte. 18-23
[ De oversteek 8...24-30 9.35x24 19x30 10.11-7 30-35 11.7-2 14-19 12.2-16= is een treffende illustratie van het probleem. ]
[ De doorbraak op de andere vleugel 8...21-27 9.11-7 18-22 10.7-2 27-31 stuit op 11.33-29! 31x42 (11...24x33 12.35-30 31x42 13.30x17=) 12.29x27 42-48 13.2x39 48x34 14.25-20= ]
9.11-7 21-27
[ Het damzetje 9...34-40 10.35x44 24-30 11.25x34 23-29 12.33x24 19x50 heeft geen verweer tegen de manoeuvre 13.7-2 13-19 14.2x30 50-11 15.30-48 21-27 16.48-25 14-19 17.25-9= ]
10.7-2 27-32 11.37x28 23x32 12.2-11 32-37 13.11-28 (of?) 37-42 14.28-22 24-29 15.22x20 29x38 16.20-3 en het is twijfelachtig of zwart echt kan winnen in deze door Sjawel aangegeven variant.
1-1



Generated with Turbo Dambase 5.0