Kellervariant (3)

Michael Palmer

In de wedstrijd tegen Hiltex 2 volgde ik tegen Tigchelaar de volgende opening. 1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1- 6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23 7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9. 30-24 23-28 Rik Twilhaar heeft in "Wat Schuift Het ?" nummer 3 al eens kort de zet 9. ..... 22-28, voor het eerst in 1992 gespeeld door Revoenets, behandeld. 10. 40-35 Nu vervolgde Tigchelaar met het meest gespeelde 11. ..... 20-25. Onlangs kwam ik tijdens een partij op het idee dat na 10. 40-35 heel goed 10. ..... 21-27 gespeeld kan worden, met als vervolg 11.44-40 Op 11. 38-32 27x38 12. 43x23 22-28 waarna zwart een betere positie verkrijgt. 11. ..... 27-31 12. 36x27 22x31 13. 33x22 17x28

Dit is de uitgangspositie in deze opening. Nadat ik deze opening in een aantal sneldampartijen speelde, ging ik op zoek naar andere partijen en analyses die met deze zet vervolgden. Ik kwam tot een aantal interessante bevindingen van bekende analisten. Ook in het boek "De Nationale Toptraining wordt deze opening opnieuw onder de loep 1992" genomen. Het blijkt dat twee van mijn oude teamgenoten uit Tilburg, A. de Hoon en E. Haagh, zich met de zwarte kansen in deze opening hebben bezig gehouden. Baljakin en Wiersma (nu teamgenoot van de beide) komen tot een goed alternatief voor wit.

 
Goloebin in 1975 tegen Bezwersjenko 11. ..... 5-10 12. 35-30! 20-25 13. 38-32 27x38 14. 43x23 13-19 15. 24x13 8x28 16. 42-38 9-13 17. 48-43 wit maakt zich op voor de aanval op schijf 28 17. ..... 3-8 18. 37-31 17-21 wat anders? 19. 26x17 12x21 20. 30-24! 14-19? 21. 41-37!! 19x30 22. 29-24! 30x19 23. 38-32!!
Stokkel vermeldt, in zijn boekje "De Kellervariant - deel 1", het vervolg 14. 38-33 31-36 (14. ..... 12-17? 15. 33x22 17x28 16. 29-23) 15. 33x22 18x27 Clerc - Wirny, 1986, Nederland - Sowjet Unie, vervolgde met 16. 43-38 11-17 17. 37-32 17-21 18. 26x17 12x21 volgde een remisedam 19. 38-33 27x38 20. 29-23
In "NTT 1992" wordt in plaats van 16.43-38 11-17 uit de partij Clerc - Wirny 16. ..... 20-25?! aanbevolen (Presman - De Hoon, Nijmegen 1991; G. Jansen - De Hoon, nc 1992; Haagh - S.J. de Klein, info 1991) Het lijkt, alsof wit nu de zwarte rechtervleugel zal kunnen uitputten en 16. .... 11-17 gedwongen was. In wezen, echter is de zet 16. 43-38 niet de beste. De gedachte achter het zwarte antwoord 16. .... 20-25 wordt pas duidelijk op de 31e zet. 17. 37-32 11-16 18. 32x21 16x27 19. 41-37 6-11 Het verschil met 19. ..... 7-11 ligt in de variant 20. 46-41 11-17 21. 37-31? (Beter 21. 48-43) 21. ..... 27-32 22. 38x27 25-30 23. 34x25 17-22 24. 27x18 12x43 25. 49x38 36x27 20. 37-32 11-16 21. 32x21 16x27 22. 42-37 7-11 23. 37-32 11-16 24. 32x21 16x27 25. 46-41 2-7 26. 41-37 7-11 27. 37-32 11-16 28. 32x21 16x27 29. 48-42 12-18! 30. 42-37 8-12!
Deze stand kwam in de partijen G. Jansen - De Hoon , als Haagh - De Klein voor. Wit leek ongehinderd af te gaan op schijfwinst maar moet nu constateren dat na 31. 37-32 volgt 31. ..... 18-22! 32. 32x21 12-17 33. 21x12 3-8 34. 12x3 13-19 35. 24x13 9x18 36. 3x 20 15x44 of 15x42 met goede kansen voor zwart.
31. 49-44 12-17 31. ..... 18-22? 32. 38-32 27x38 33. 24-20 15x33 34. 39x10 5x14 35. 44-39 Haagh - De Klein vervolgde met 31. ..... 3-8 32. 37-32? 18-22 33. 32x21 12-17 34. 21x3 13-19 35. 24x13 9x18 36. 3x20 15x42 37. 47x38 36-41 38. 26-21 41-47 39. 38-32 47-41 40. 21-16 41x10 41. 16-11 10-15 met groot voordeel voor zwart.
32. 35-30 Na 32. 38-33 of 39-33 27-31! A. 33. 37-32?? resp. 14-20 of 14-19 B. 33. 47-42 36-41 etc. Ook 32. 37-31 is niet beter 32. ..... 17-22 de doorbraak met 33. 38-32 en 34. 24-19 is te duur, op 33. 38-33 volgt de combinatie met 34. .....18-23 35. ..... 25-30 36. ..... 14-20. Tenslotte volgt op 33. 39-33 14-19! waarna wit opgesloten raakt. 32. ..... 5-10 De partij eindigde in remise door: 33. 39-33 17-22 34. 38-32 27x38 35. 33x42 3-8 36. 44-39 14-19 37. 29-23 etc.
In het boek "NTT 1992" wordt 32. ..... 27-31! aanbevolen met drie varianten.
  1. 33. 37-32 17-22 34. 26x37 22-28 35. 32x12 3-8 36. 12x3 13-19 37. 24x13 9x18 38. 3x20 15x31 39. 39-33 18-22
  2. 33. 47-42 36-41 34. 37x46 14-20 35. 26x37 18-23!! 36. 29x18 20x29 37. 34x23 25x41 38. 46x37 13x22met schijfwinst.
  3. 33. 26-21 31x33 34. 21x23 33-38 35. 23-18 13x22 36. 24-19 14x23 37. 29x27 38-42 38. 47x38 3-8 met grote kansen voor zwart.
In plaats van 30. 42-37 kan wit ook direct vervolgen met 30. 49-44 4-10 zoals in Presman - De Hoon. 31. 38-32 Ook 31. 38-33 biedt spel bijvoorbeeld 31. ..... 14-20 (31. ..... 27-32 32. 24-20) 32. 33-28 9-14 33. 28-22 8-12 Verboden is 31. 42-37 27-32 32. 37x28 25-30 33. 34x25 18-23, en op 31. 35-30 14-20!! 31. ..... 27x38 32. 42x33 14-20 33. 33-28 8-12 34. 26-21 Op 34. 39-33? 9-14 35. 44-39 (35. 26-21 12-17 36. 21x23 14-19) 36. ..... 25-30 36. 34x25 18-2234. ..... 9-14 35. 28-23 (35. 26-21 14-19!) 35. ..... 14-19 36. 23x14 10x30 37. 35x24 5-10 38. 40-35 (38. 39-33 10-14 39. 44-39 18-22!) 18-23 etc. met remise.
Aan de zet 16. ...... 20-25 kleven voor wit veel bezwaren en het is dan ook zwart die via allerlei wendingen wit aan de rand van de afgrond brengt. Baljakin en Wiersma presenteren het beste plan voor wit. 14. 35-30! 31-36 14. ..... 20-25 15. 38-32 18-23 16. 29x18 12x23 17.41-36 14-20 18. 36x27 20x29 19. 43-38 beter voor wit. 15. 30-25 11-17 Op 15. .... 18-23 16. 29x18 12x23 17. 34-29 23x34 18. 40x29 De zet 15. ..... 4-10 kan tot problemen leiden. 16. 26-21 11-17? 17. 21-16 6-11 18. 34-30! 18-23? 18. 29x18 20x29 20. 39-34! 16. 38-33 6-11 17. 33x22 17x28 18. 42-38 11-17 19. 48-42 4-10 20. 38-33 Op 20. 34-30 18-23 21. 29x18 20x29 22. 37-31 36x27 23. 39-34 12x23 24. 38-33 28x37 25. 41x1 8-12 20. ..... 7-11 21. 33x22 17x28 22. 42-38 11-17 23. 34-30 met voordeel voor wit

Terug naar inhoudsopgave